Aangenaam vakbekwaam

30 mei 2023

Alex, programmaleider Vakbekwaamheid voor Piketfunctionarissen, Hoofdofficier van Dienst (HOvD) en Adviseur Gevaarlijke Stoffen (A

Als afgestudeerd bètawetenschapper had hij niet gedacht dat hij ooit bij de brandweer terecht zou komen. Terwijl zijn vader beroepsbrandweerman was. In een van zijn vorige banen was Alex bhv’er en dat vond hij zo leuk dat een collega opmerkte: waarom ga je niet naar de Brandweeracademie? “Dat heb ik toen gedaan. En ik vond het geweldig. Tussen de wetenschappers zat ik niet op mijn plek. Bij de brandweer kon ik mijn sociale kant laten zien. Ik houd van de uitdaging, de afwisseling, het helpen van mensen en het bijdragen aan de maatschappij. Ik heb tot de dag van vandaag geen spijt van mijn keuze.”

 

Een rode draad in zijn loopbaan is vakbekwaamheid. Alex begon in Leidschendam-Voorburg als officier algemene dienst en rechterhand van het teamhoofd Repressie (wat nu Brandweerzorg heet). Later werd hij afdelingshoofd Opleiden en Oefenen en ging zijn korps intensief samenwerken met Wassenaar. Met de regionalisering in 2010 werd hij teamhoofd Vakbekwaam Blijven en sindsdien zit hij aan de Dedemsvaartsweg. In 2014 gaf hij aan geen leidinggevende positie meer te willen, en werd hij programmaleider van de piketfunctionarissen. “Toen kon ik me weer op de vakinhoud richten. Dat past het best bij me. Ik ben blij dat ik die kans heb gekregen van de organisatie.”

 

Foto van brandweerman Alex in de studio
Beeld: Sicco van Grieken

Hoe blijft het werk na zoveel jaar nog leuk?

“Door mijzelf te blijven ontwikkelen. Ik vind het geweldig om nieuwe dingen te leren en proberen. In zowel mijn koude als operationele functies zijn er de afgelopen jaren veel ontwikkelingen geweest. Als opleider heb ik zowel manschappen, bevelvoerders en officieren getraind. Piketofficieren volgden jarenlang hetzelfde oefenprogramma, in de loop van de tijd zijn we programma’s gaan ontwikkelen voor specifieke functies als AGS en HOvD. Ik houd mijn ogen open voor ontwikkelingen buiten de brandweer op het gebied van onderwijsinnovaties en ik probeer altijd nieuwe, creatieve vormen te bedenken. In coronatijd heb ik in kazerne Zoetermeer-Stadshart een filmstudio opgezet. Hier hebben we geëxperimenteerd met online lesgeven voor een green screen en het opnemen van filmpjes. Binnen de VRH is er ruimte om dit soort dingen uit te proberen. Dat is wel uniek.”

Als Officier van Dienst maakte Alex de groei van het verzorgingsgebied mee. “In een kleine gemeente draaide je vanuit huis een week of midweek piket; inmiddels zijn het 24-uursdiensten vanuit de kazerne voor de hele regio met negen gemeenten. Het werk is daardoor complexer geworden. Het is niet voor niks dat nieuwe collega’s tegenwoordig een intensief inwerktraject krijgen. De omgeving is ingewikkelder geworden; mensen en gebouwen bevinden zich dichter op elkaar, er is meer aandacht van de media en politiek-bestuurlijk is het ook complexer geworden. Dat houdt het ook wel leuk.” Inmiddels is Alex doorgestroomd van het piket Officier van Dienst naar het piket Hoofdofficier van Dienst. “De laatste tijd zijn er steeds vaker drugslabs waarbij brand ontstaat. Het optreden bij incidenten met gevaarlijke stoffen blijft me prikkelen. Het zijn klussen die niet standaard zijn. Het is een bijzonder specialisme.”

Welke inzetten zijn je bijgebleven?

“Als AGS heb ik een aantal stevige vuurballen gezien, onder meer bij amfetaminelabs. En als OvD heb ik ooit bij een brandend konijnenhol gestaan. Aangestoken door de buren die blijkbaar last hadden van de konijnen. Het was nog niet eenvoudig om de brand uit te krijgen, omdat er allerlei leidingen onder de grond lagen; van hoogspanning tot dieselolie, CO2 en gas onder hoge druk. Uiteindelijk is het gelukt door het hol voorzichtig uit te graven.”

Sta je nog weleens ergens van te kijken?

“Als AGS hebben we de kreet: ik hoor niks geks. Dat bedoelen we uiteraard ironisch. We komen juist de gekste dingen tegen. Voor Vakbekwaamheid verzin ik oefenscenario’s en die zijn soms behoorlijk bizar. Maar een aantal daarvan zijn inmiddels al uitgekomen.”

Waar ben je het meest trots op?

“Voor de organisatie is dat de innovatieve positie van de VRH. We blijven ons ontwikkelen. Zo doen we mee aan pilots, bijvoorbeeld rondom nieuwe manieren van leidinggeven aan incidenten. Ook zijn er de blusrobot en de drone. Die ontwikkelruimte vind ik geweldig.

Op persoonlijk vlak ben ik trots op het feit dat ik nog steeds deel mag uitmaken van de club van AGS’en. Een kennisintensieve en specialistische tak van sport. Het is gaaf om bijzondere oplossingen voor bijzondere problemen te verzinnen. En tot slot ben ik trots op de recente opzet van de filmstudio.”

Wat kan er nog verbeterd worden?

“We zijn gewend om snel tot actie over te gaan. Een valkuil daarbij is dat we dingen niet goed afmaken en vastleggen. Dat herken ik bij mezelf. Aan de andere kant zie ik dat er momenten zijn dat niet iedereen ons operationele tempo kan volgen. De kunst is om elkaar in evenwicht te houden. Wij hebben ons gewoon te houden aan bijvoorbeeld inkoopprocedures.”

Welke rol speelt humor voor jou?

“Een enorme. Ik wil lol hebben in mijn werk. Soms leent een situatie zich er niet voor. Maar na een serieuze inzet helpt het om te ontladen met een goede lach. We hebben een traditie om foto’s die in de pers verschijnen te voorzien van commentaar in de vorm van tekstwolkjes en die naar elkaar te sturen. Daarbij sparen we onszelf en elkaar niet. Ook is het een traditie om iemands laatste dienst onvergetelijk te maken, met bijvoorbeeld bijzondere nepmeldingen. Of iemands auto omwisselen of het alarm midden in de nacht vlak boven iemands hoofd af te laten gaan. Vroeger ging het er helemaal spectaculair aan toe; dan vloog het vuurwerk door de gang. Dat kan nu begrijpelijkerwijs niet meer. Maar het was een mooie tijd.”

 

Dit is één van de achttien verhalen van onze collega’s. Wil je meer lezen? Bekijk dan het magazine Brandweerwerk.

Werken bij de VRH